Ga naar inhoud

'Hangjongeren hebben geen zin om hun moeder tegen te komen'

'Hangjongeren hebben geen zin om hun moeder tegen te komen'

Werkers op Zuid: Mark Jurgens, wijkagent Beverwaard

Dagelijks werken de partners van het NPRZ om het op Zuid beter te maken voor de huidige en nieuwe bewoners. Deze serie portretteert de mensen die werken aan een sterker Zuid. Deze keer: Mark Jurgens, wijkagent in de Beverwaard. Hij heeft zijn handen vol aan overlast door jongeren in de buurt Cannenburch. Wat helpt, is het project Onwijze Moeders.

Van de 22 jaar dat Jurgens werkzaam bij de politie, is hij er zes wijkagent in Cannenburch in de Rotterdamse Beverwaard. Een wijk waar door een opeenstapeling van grote en kleine problemen nog steeds veel aan de hand is. Van geluidsoverlast door hangjongeren tot daadwerkelijke criminaliteit: inbraak, straatroof, vernieling. Sommige problemen zijn zo groot, dat ze het wijkniveau overstijgen. ‘Zoals de ride outs,’ zegt Jurgens. ‘Daar hebben we nu al bijna twee jaar onze handen vol aan.’

 

Stuntende jongeren
Voor wie er nog nooit van gehoord heeft: ride outs zijn de georganiseerde fietsritten van een groep jongeren, waarvan de oorsprong op Zuid ligt. De jongeren gaan onverantwoord stuntend het verkeer door, dragen daarbij bivakmutsen en maskers en verstoren bewust de openbare orde. ‘Het stoerst vinden ze het,’ zegt Jurgens ‘om de overtredingen die ze daarbij maken, te filmen en op internet te delen.’ De groep bestaat uit zo’n 40-80 jongeren. ‘Het probleem is dat de grens tussen stunten met je fiets en crimineel gedrag vrij dun blijkt. Wat begon als een sportieve activiteit, ontaardt in inbraak en vernieling.’

 

Onwijze Moeders
Hoe pak je jongeren aan die overlast veroorzaken en zich niks aantrekken van de politie? ‘Het is een vraag die in alle wijken van Rotterdam speelt,’ zegt Jurgens. ‘Er zijn collega’s die dagen oefenen op een toffe boks om hun respect te winnen, maar niks helpt. Je hebt geen grip op ze.’ Om die reden is in Delfshaven het project Onwijze Moeders opgericht. Daar komen politie en moeders uit de buurt geregeld samen, om informatie uit te wisselen en de gevaren van deze straatcultuur te bespreken. Dat project kreeg op meer plekken in Rotterdam navolging. Ook Cannenburch heeft nu een Onwijze Moeders-groep. Naar de eerste bijeenkomst, die plaatsvond in basisschool De Regenboog, kwamen ruim zestig moeders. ‘We spraken over de ride outs, maar ook over onderwerpen als grooming, sexting en nepvuurwapens. Veel ouders hebben geen idee wat hun kinderen allemaal doen op straat. Dat had ik zelf ook niet precies, toen mijn kinderen die leeftijd hadden.’

Banden in de wijk
Jurgens werkt nauw samen met andere NPRZ-partners. ‘Ik strijk regelmatig even neer bij mijn collega’s van Woonbron, om dingen te bespreken die spelen in de wijk. Woningen waar problematiek zit. Ruzies die op straat hebben plaatsgevonden. Hangplekken die overlast geven.’ Ook is hij veel aanwezig op scholen, onderhoudt hij goede banden met de schoolleiding en neemt hij deel aan bijeenkomsten over opvoeden. Jurgens: ‘Ouders moeten hun kinderen opvoeden. Maar er ligt ook een taak voor de school en voor de politie. Als partners van NPRZ hebben we gezegd: we voeden onze kinderen samen op. Ik ben er stellig van overtuigd dat we op die manier problemen kunnen voorkomen.’

Even de hond uitlaten
Om te illustreren waar het korte lijntje tussen moeders en politie toe kan leiden, en hoe simpel het soms kan zijn, vertelt Jurgens het verhaal van de vrouw wiens zoon overlast veroorzaakte door steeds in hetzelfde speeltuintje rond te hangen met vrienden. ‘Toen ze tijdens een Onwijze Moeders- bijeenkomst hoorde dat buurtbewoners zich daaraan stoorden en hoe lastig het groepje de politie maakte, zei de vrouw: “Oh, dan ga ik in het vervolg mijn hond daar uitlaten.” Binnen een paar weken was het gehang afgelopen. Het groepje had zich verplaatst. Die jongen had geen zin om zijn moeder steeds tegen te komen.’