Dagelijks werken de partners van het NPRZ om het op Zuid beter te maken voor de huidige en de nieuwe bewoners. Deze serie portretteert de mensen die zich inzetten voor een sterker Zuid. Deze keer: Ayse Gur Oren, coördinator van speeltuin De Klimroos in Bloemhof als Duimdrop in Vreewijk.
Het is een druilerige maandagochtend in september. De kinderen in Bloemhof zitten op school, dus staan de speeltoestellen in speeltuin De Klimroos er verlaten bij. Uit het speeltuingebouw klinkt echter opzwepende muziek. Ayse Gur Oren staat in de deuropening en wenkt: ‘Kom maar even kijken.’ In de ontmoetingsruimte, die nu even als gymzaal gebruikt wordt, staan een stuk of tien vrouwen. Allemaal houden ze hun armen gespreid, één been op de grond, en één been op de rugleuning van een stoel. ‘Tenen naar je toe!’ roept de instructrice. De gezichten van de dames vertrekken. Gur Oren glimlacht: ‘Het wekelijkse Zumba-uur is populair.’ Ze doet de deur weer dicht, de dames willen liever niet op de foto.
Taboes doorbreken
‘Vandaag is er Zumba, maar we doen nog veel meer,’ zegt Gur Oren, terwijl ze thee zet in de pantry. ‘De koffieochtenden en de kinderactiviteiten hebben we wegens Corona tijdelijk moeten stopzetten. Maar de thema-bijeenkomsten gaan door en worden goed bezocht, door een stuk of twintig vrouwen uit de buurt. ‘De ene keer praten we over schuldenproblematiek, de andere keer over huwelijk en opvoeding. Wat is een uitkering precies en hoe werkt het? Wat doe je als je ontdekt dat je kind een wapen heeft of verslaafd is? Er is veel armoede in de wijk, gezinnen worstelen met allerlei problemen. Op dit moment zijn, door Corona, veel mensen bezig met scheiden. Hier bij De Klimroos proberen we een sfeer te creëren waarin taboes niet bestaan. Het zorgt ervoor dat ik veel meer ben dan een coördinator, velen in de wijk zien mij als vertrouwenspersoon.’
Zelfvertrouwen
Gur Oren werkt al 24 jaar voor Buurt- en Speeltuinwerk. Ze begon bij Duimdrop in Vreewijk, waar ze nog altijd in de middagen werkt. Nu verdeelt ze haar tijd over de twee speeltuinen: 18 uur in Vreewijk en 18 uur in Bloemhof, de buurt waar ze zelf woont, en opgroeide als kind. ‘Veel meisjes gingen niet naar school,’ vertelt ze. ‘Ik ook niet. Toen ik 19 was, ben ik getrouwd. Ik vond het saai om thuis te zitten en heb mijn man gezegd dat ik wilde werken. Gelukkig deed hij daar niet moeilijk over. Veel vrouwen hier in Bloemhof worden nog steeds onder de duim gehouden. Ze willen wel iets oppakken, maar hebben geen idee waar ze moeten beginnen. Bij De Klimroos ontmoeten ze anderen, kunnen ze taalles krijgen en zich laten informeren over zaken, die ze via hun schotelantennes niet meekrijgen. Langzamerhand bouwen ze aan hun zelfvertrouwen. Het is mooi om sommigen ineens voor zichzelf te zien opkomen.’
Vrijwilligerswerk
In het begin was haar baan zwaar, vertelt Gur Oren. ‘Vrouwen roddelden onder elkaar. Hen stuurde ik weg: ik wilde een veilige sfeer creëren.’ Ook veel kinderen vertoonden moeilijk gedrag: niet luisteren, ruzie maken, slaan en schoppen. ‘Ik merkte dat als ik de kinderen wilde opvoeden, ik bij de ouders moest beginnen. Veel moeders in de wijk waren gewend hun hele leven al onderdrukt te worden. Dan weet je niet wat ‘samen delen’ is, laat staan dat je het je kind kunt leren.’ Inmiddels heeft Gur Oren een grote groep vrouwen om zich heen verzameld, die graag naar haar bijeenkomsten komen. Sommige van hen doen zelfs vrijwilligerswerk in de speeltuin. ‘Ik heb hier veel vrouwen zelfstandiger zien worden. De sfeer is ten positieve veranderd. Je merkt het ook aan de kinderen.’
Gur Oren wordt ondersteund door mensen die een zogenaamde Tegenprestatie moeten doen, om hun uitkering te behouden. Tien tot twintig uur per week verrichten deze werkzoekenden werkzaamheden in de speeltuin. Van het assisteren bij knutselmiddagen tot schoonmaakwerk. ‘Ik ben heel blij met die extra ondersteuning. Het zorgt ervoor dat de speeltuin meer kan betekenen voor de mensen in de wijk en dat we nog meer activiteiten kunnen ontplooien.’
Voor ouders, ouderen en kinderen
Als de Zumba-les afgelopen is en alle dames de gymzaal hebben verlaten, laat Gur Oren haar nieuwste project zien. Achter het zaaltje bevindt zich een binnentuin, die ze aan het omtoveren is tot plek waar ouderen uit de buurt kunnen samenkomen. ‘Er is veel eenzaamheid in de buurt,’ weet ze. ‘Er is behoefte aan een plek om de ander te ontmoeten en samen thee of koffie te drinken en een aardappeltje te poffen. Dat kan hier straks.’ En ze heeft nog meer plannen. ‘Tegen kinderen in Bloemhof met een taalachterstand wordt gezegd: je mag gratis naar de bibliotheek. De praktijk is dat daar nauwelijks gebruik van wordt gemaakt. Dus begin ik hier, in de speeltuin, een laagdrempelig bibliotheek. De boeken mogen de kinderen gewoon mee naar huis nemen. Ze hoeven ze niet meer terug te brengen.’ Dan is het tijd om af te ronden, want het is inmiddels bijna middag en de andere speeltuin wacht op de energie en het enthousiasme van Gur Oren.
En dan te bedenken dat ze ook nog voor haar bejaarde, hulpbehoevende vader zorgt, die tegenover haar woont. Samen met haar twee volwassen kinderen zorgt ze ervoor dat hij nooit alleen eet of slaapt. Ze glimlacht: ‘Ik doe het graag. Ik hou ervan om mensen te helpen. Daar krijg ik energie van.’